De koning van het hertenkamp in het Boeremapark is z’n kroon verloren! Vandaag heeft de hertenbok z’n gewei ‘afgeworpen’ en daarmee ook flink aan gezag ingeboet. De dames wachten niet meer af, maar eten nu samen met de bok uit de trog.
Damherten hebben een zogenaamd schoffelgewei dat ze elk jaar in de maand april / mei ‘afwerpen’. Hormonen zorgen er voor dat vanuit het bloed een laagje beenoplossende cellen wordt gevormd tussen de verbinding van het gewei en de kop. Meteen na het afwerpen begint een nieuw gewei alweer aan te groeien. Na het afwerpen van het gewei heeft de bok bloederige breukwonden op de plaatsen waar het gewei op zijn kop heeft gezeten. Dat is goed te zien op de foto. Het bloed droogt vrij snel op waarna de wond zich rondom met huid begint te sluiten. Dat is het begin van de groei van een nieuw gewei.
De groei van het gewei wordt, net als het afwerpen, door hormonen bepaald. Vanuit de slaapslagader wordt bloed met bouwstoffen toegevoerd naar de fluweelachtige huid om de nieuwe beenmassa. In die huid lopen veel bloedvaten voor de aanvoer van groeistoffen, om het nieuwe gewei te voeden. De basthuid wordt in augustus / september afgeschuurd. Herten zijn heel voorzichtig in de tijd dat het gewei zich ontwikkeld om het niet te beschadigen.
Na ongeveer vier tot vijf maanden is het nieuwe gewei volgroeid. Het gewei is dan een harde beenmassa geworden. De bloedvaten sluiten zich en de basthuid gaat indrogen. Het gewei is klaar om geveegd te worden. Langs boomstammen wordt dan de oude basthuid van de beenmassa afgeveegd. Bloederige repen basthuid hangen dan aan het gewei. Bomen kunnen behoorlijk beschadigd worden tijdens het vegen. Herten vreten de basthuid vaak direct op omdat dit voor hen zeer eiwitrijk voedsel is. Het nieuwe gewei zal ongeveer dezelfde vorm hebben als het vorige.
Bron: Wikipedia / Henry Kals Stichting Behoud Dierenwereld Veluwe